Sociaal Emotionele Ontwikkeling
omgaan met emoties en gedrag
omgaan met emoties en gedrag

Kinderen met het Chung-Jansen syndroom lopen over het algemeen achter in hun sociaal emotionele ontwikkeling ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Vaak vinden ze het moeilijk aansluiting te vinden bij andere kinderen. Dit omdat hun gedrag afwijkt van hetgeen wat op die leeftijd mag worden verwacht. Dit hangt vaak samen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis en de leerproblemen.
Wat vooral afwijkt is de manier waarop deze kinderen reageren op bepaalde situaties (zoals bij tegenslag en onverwachte gebeurtenissen) en de intensiteit van de emoties. De emotieregulering verloopt vaak niet goed waardoor ze extreme reacties laten zien bij boosheid, blijheid en verdriet. De driftbuien of meltdowns kunnen ook lang aanhouden.
- pictogrammen;
- emotie en prikkelmeters zodat kinderen de mate waarin ze boos, verdrietig, of overprikkeld zijn kunnen aangeven;
- Rustig plekje en rustmomenten voor ontprikkeling;
- tekeningen ( het uittekenen van situaties of emoties kan kinderen helpen duidelijkheid te krijgen over bepaalde situaties;
- boeken/ cursussen over ASS, gedragsproblematiek of prikkelgevoeligheid;
- medicatie.

Het aanleren van strategieen om de eigen emoties te kunnen reguleren is nodig maar vaak lastig omdat het lijkt alsof het deze kinderen overkomt dat ze extreem boos of verdrietig reageren. Ze lijken er weinig vat op hebben.
Vaak hebben deze kinderen hulp nodig bij het leren herkennen van de emoties bij een ander maar ook bij zichzelf. Het helpt om extra aandacht te schenken aan het benoemen en in beeld brengen van emoties. Een ergotherapeut kan hierbij helpen.
De betrokkenheid van een (kinder)psycholoog is nodig voor het uitvoeren van psychologische tests, het stellen van diagnoses en het ondersteunen van de volwassenen of ouders bij de opvoeding van het kind ( in het bijzonder in het omgaan met opstandig en dwars gedrag) Dit kan bijv. door middel van ouderbegeleiding en psycho-educatie.
Ook voor het behandelen van angsten/trauma ( vaak gerelateerd aan ASS) kan cognitieve gedragstherapie of EMDR ingezet worden door een psycholoog.
Het voorschrijven van medicatie wordt gedaan door een psychiater.
Het toepassen van methodes gericht op het omgaan met een kind met ASS kan heel nuttig zijn. Bijv. de methode Geef me de 5. Hierbij wordt de aandacht gelegd op het geven van veiligheid, structuur en duidelijkheid.
Een autismecoach of ambulante hulp kan hulpzaam zijn in de ondersteuning thuis.
Omdat het opvoeden van een kind met het syndroom heel wat vergt van ouders, en er vaak weinig achtervang of oppas-adressen zijn, kan het fijn zijn een logeerhuis in te schakelen waar het kind regelmatig een nachtje kan blijven slapen onder toezicht van professionele hulp. Hierdoor kunnen de ouders even tot rust komen.